De grotere imkers van de vereniging beschikken meestal over een eigen honingslinger. De honingslinger moet in een afgesloten schone ruimte staan. Het ontzegelen gebeurt vaak in dezelfde ruimte.
Ikzelf heb in een kelder een aparte ruimte voor het ontzegelen en er staan twee honingslingers. Eén ouderwetse waar zes honingramen in kunnen worden geslingerd met een elektromotor. De raampjes staan per twee stuks evenwijdig aan de wand van de slinger. Na tien minuten slingeren moet ik de raampjes omdraaien om honing aan de andere zijde van het honingraam eruit te slingeren.
De eerste slingerronde van tien minuten laat ik de slinger langzaam draaien anders gaan er raampjes stuk. De andere kant kan sneller worden geslingerd.
Meestal draai ik de raampjes nog een keer om, om de laatste honing uit de raampjes te slingeren. Dit kan met een hogere slingerfrequentie, om de zes honingraampjes van honing te ontdoen slinger ik ze dus in totaal 30 minuten.
Voordat ze geslingerd worden haal ik de zegels eraf met een ontzegelvork met een houten heft. Hiermee kun je meer kracht zetten dan met een kunststof heft. Het ontzegelen doe ik in een ontzegelbak.
Ik gebruik een ontzegelvork en geen ontzegelmes. Met een vork kan ik de vorm van de raampjes beter volgen. Met een ontzegelmes gaat het ontzegelen iets grover.
Ik heb een tweede honingslinger aangeschaft waar negen honingraampjes in kunnen. Een zogenaamde radiaalslinger. De raampjes staan haaks op de wand van de slinger.
Mijn ervaring met deze slinger is dat het langer duurt voordat alle honing eruit is geslingerd. Het voordeel is dat je de raampjes niet om hoeft te draaien. Ik laat de raampjes 15 minuten rechtsom draaien. Eerst langzaam anders slaan de raampjes stuk. Na vijf minuten voer ik de snelheid op. Na 15 minuten draai ik de draairichting om en slinger ik nog een kwartier linksom.
Ook met deze radiaalslinger kost het een half uur om de honing goed te slingeren. Ik heb de indruk dat met de radiaalslinger er meer honing achterblijft dan met mijn ouderwetse zes raamslinger. Omdat ik de bijen de raat zelf laat uitbouwen zonder draad is de kans op beschadiging van de raampjes in de radiaalslinger groter dan in de oude zes raamslinger. Ik let er dus op dat de bijen alle vier de kanten van het raam hebben vast gebouwd. Zo niet dan versnijd ik het honingraam als raathonig of ik slinger ze in de oude zes raamslinger.
Zorg er voor bij het vullen van de honingslingers dat het gewicht van de raampjes goed is verdeeld over de slinger. Zo niet dan kan de honingslinger gaan “stampen” en “lopen”. Mijn slingers staan niet aan de bodem vast. Het is niet de eerste keer dat mijn slingers gingen wandelen en de honing op de keldervloer liep in plaats van in de emmer.
De honing loopt via een afsluitbare kraan door een dubbele zeef de emmer in.
Voor het vullen van de potjes honing heb ik twee aparte vaten met een vulkraan. Voordat de honing in deze vaten wordt gegoten laat ik de honing weer door een dubbele zeef gaan om de laatste vervuiling eruit te halen.
Wat te doen met de uitgeslingerde raampjes. Deze zet ik bovenop de honing of broedbakken om uit te likken door de bijen.
Dit is een toetje voor de bijen, net nadat de laatste linde is uitgebloeid en ruim voordat ik begin met bijvoeren rond half augustus.