De meeste imkers houden bijen in een bijenkast met een raatafstand van 38 mm. Bij natuurlijke uitbouw in bijvoorbeeld een rieten bijenkorf is de raatafstand ongeveer 35 mm. 
Als de bijen zelf de raatafstand mogen bepalen dan zijn de raten in de kern (in het broednest) smaller en bij de randen breder. Aan de randen zit meer darrenraat en slaan de bijen de honingvoorraad op. Het voordeel van een kleinere raamafstand in de broedkamer is dat er sprake is van een betere warmtehuishouding. 
Sommigen beweren dat een kleinere raamafstand in de broedkamer ongunstig is voor de ontwikkeling van de varroamijten. De achtergrond hiervan is mij niet duidelijk. Misschien dat één van onze lezers hier meer kennis of ervaring over heeft. 
In de honingkamers is een raatafstand van 38 mm gunstig. De honingvoorraad wordt er ruimer door, doordat de cellen dieper worden uitgebouwd. Het ontzegelen is ook gemakkelijker. 
De komende winter ben ik van plan om langzaam alle broedkamerbakken om te bouwen van 10 ramen naar 11 ramen (35 mm raamafstand). In de honingkamers houd ik 10 ramen aan.