De smaak van honing

Nov
di 8

Bovenstaande is teven de titel van het boek van Elisabeth de Lestrieux, het eerste en meest uitgebreide boek over het koken met honing. Elisabeth verzamelde voor dit boek honing uit de hele wereld. Helaas is dit boek niet meer verkrijgbaar. 
De eerste bladzijden laten een foto zien van de vele verschillende potten honing van over de hele wereld, een grote diversiteit aan kleuren, consistentie en etiketten. 
Op de laatste gehouden imkeravond vertelde Annet Künneke ook veel over de smaak, kleur, consistentie en stuifmeel van en in de honing. Zij liet de aanwezigen diverse soorten honing proeven, die we vervolgens moesten benoemen. Verder kon iedereen met de elektronen-microscoop de wondere wereld van stuifmeel in honing ontdekken. Daarnaast kon met een refractometer het percentage suikers worden gemeten en zij liet ons zien wat je allemaal van honing kunt maken, bijvoorbeeld honing met cranberries.

Nieuwtjes:

Enkele opvallende nieuwtjes die vermeldenswaard zijn:

  • De kleur van de honing wordt bepaald door de nectarkleur van de bloemen en door de suikersamenstelling en de kleur van de stuifmeelpollen.
  • Daarnaast kan oude bijenraat van invloed zijn op de kleur van de honing in het volgende jaar.
  • Wat een regelmatig onderwerp is, is de kristallisatie van de honing. Vooral Nederlanders van Arabische afkomst staan zeer argwanend tegenover versuikerde honing. Annet vertelde ons dat de verhouding fructose en glucose sterk van invloed zijn op het kristal-lisatieproces. Des te hoger het percentage glucose des te eerder zal de honing versuikeren. Voorbeeld is koolzaadhoning, die versuikert soms al in de raat.
  • Ook de hoeveelheid stuifmeel in de honing is van invloed op de snelheid van kristallisatie. De stuifmeelkorrels vormen vaak het begin van het kristallisatieproces.
  • Nieuw voor mij was de wijze van benaming van de honing. Aan de hand van pollenonderzoek kan bekeken worden of de honing lindehoning mag worden genoemd. Lindehoning is lindehoning als 20% van de aanwezige pollen van de linde afkomstig is.
    Wilgenhoning daarentegen mag pas wilgenhoning genoemd worden als 70% van de pollen afkomstig is van de wilg. Voor heidehoning ligt dit percentage op 45%. Wie deze percentages heeft bepaald is mij onduidelijk. Wie meer wil weten over pollenanalyse kan ik verwijzen naar een uitgave getiteld: “pollenanalyse”, dit is een uitgave van de stichting landelijk proefbedrijf voor insectenbestuiving en bijenhouderij Ambrosiushoeve Hilvarenbeek.
Naar het overzicht met al het nieuws