De meeste imkers beschikken over een refractometer waarmee het suikergehalte van de honing is te meten. Goede honing heeft een suikergehalte van 81-82%. Alleen van heidehoning is bekend dat het suikergehalte meestal onder 80% ligt. 
Honing met een suikergehalte onder de 80% is minder lang houdbaar. Maximaal één jaar, daarna is de kans groot dat de honing gaat gisten. Het beste is honing met een te laag suikergehalte koel en donker te bewaren en snel te consumeren. 
Dit jaar klagen veel imkers erover dat hun honing een suikergehalte heeft lager dan 80%. Zelf mat ik een suikergehalte van 78% in bramenhoning uit polderpark Cronesteyn. 
Wat is de oorzaak van te lage suikergehaltes in honing? 
Eén van de oorzaken kan zijn dat teveel honing is geoogst met niet volledig verzegelde ramen. De meeste imkers zullen zeggen “dat is bij mij niet het geval”. 
Wat is dan wel de oorzaak? 
Bijen verspreiden de binnengekomen nectar over een zo groot mogelijk celoppervlak. Hierdoor kunnen de bijen het water uit de nectar sneller verdampen. 
Bij veel dracht en een groot broednest kan er te weinig ruimte zijn voor verwerking van de binnenkomende nectar. Dit leidt tot vertraging in de verwerking van de nectar en tot voortijdige verzegeling. In deze situatie verzegelen de bijen honing met een suikergehalte onder de 80%. Het is belangrijk voor voldoende ruimte te zorgen bij veel dracht. 
Als er veel nectar binnenkomt stelt dit hoge eisen aan de logistieke vaardigheid van de bijen. Via een “sidderdans” communiceren de bijen met elkaar om dit proces goed te laten verlopen. Dit kan ertoe leiden dat een deel van de vliegbijen de taak krijgt om de binnengekomen nectar te helpen verwerken. 
Naast voldoende ruimte voor opslag van de nectar en een vlot verlopend logistiek proces binnen het bijenvolk is ook de luchtvochtigheid buiten en binnen in de bijenkast van invloed op het indikken van de nectar tot honing. 
Het wisselende zomerweer en het natte voorjaar zijn niet gunstig geweest voor het verdampen van water uit de nectar. Honing die bijna rijp is voor verzegeling trekt bij een hogere relatieve luchtvochtigheid (RV) meer water aan, wat een oorzaak kan zijn voor honing met te lage suikergehaltes. 
Voor het verlagen van de relatieve luchtvochtigheid in de bijenkast is het beter om de schuifla onder de bodem te verwijderen. Dit zorgt voor een betere ventilatie bij een groot volk en is gunstig bij veel dracht.