Uit oogpunt van hygiëne is het raadzaam bijenraten regelmatig te vervangen. Dit is niet de enige reden om oude raten te vervangen. Door de levenscyclus van ei tot werkbij blijven de huidjes van de poppen achter in de raten. 
Als de bijenraten niet regelmatig worden vervangen krijg je steeds kleiner bijen. Door de gedaanteverwisseling worden de raten in het broednest steeds donkerder. Als er bijna geen licht meer door valt is het tijd om de raten te vervangen. Voor mijn bijen betekent het dat ik jaarlijks ongeveer 50% van de raten uit de broedbak vervang. 
Ik laat de bijen in de honingkamer en broedbak de raten zelf uitbouwen door in het voorjaar om en om een leeg raam zonder voorbouw in te hangen aan weerszijden van het broednest of om en om een uitgebouwd raam met een leeg raam in de honingkamer. Omdat ik raathoning oogst worden de bijenraten uit de honingkamer jaarlijks zeker voor 50% vervangen.

Opslag reserve ramen:

In de winter overwinter ik kleine volkjes op één broedkamer en grotere volken op één broedkamer en een honingkamer (spaarkast). Dit heeft tot gevolg dat veel bijenramen vrijkomen, die ergens opgeslagen moeten worden. Sommige imkers slaan ze op in een afgesloten ruimte waar ze worden behandeld met ijsazijn tegen de wasmot. 
Ik hang de vrijgekomen bijenramen bovenin de bijenstal in het daglicht in een luchtige omgeving. Dus niet te dicht tegen elkaar aan, anders slaat de wasmot alsnog toe.

Was smelten:

De bijenraten die niet meer bruikbaar zijn door ouderdom of door beschimmelde raten (aan het einde van de winter) worden omgesmolten in een wassmelter. De hete was laat ik eerst door een zeef gaan voordat het in een emmer met koud water mag stollen tot een mooi blok bijenwas. Meestal zit er aan de onderkant van het wasblok toch nog vervuiling. Dit schrap ik er met een mes vanaf. De bijenwas kan gebruikt worden voor diverse doeleinden zoals kunstraat, kaarsen, boenwas of bijenwaszalf en wasdoekjes. 
Zelf verkoop ik regelmatig stukjes bijenwas tijdens de open middag. Het grootste deel gebruik ik voor het maken van waskaarsen. Dit is een kunst op zich. Het heeft mij wel enige tijd gekoste voordat ik zelf tevreden was over de kwaliteit van mijn kaarsen. 
Allereerst moet de was uit de wassmelter nog een keer worden omgesmolten en weer door een zeef gehaald om de laatste vervuilingen eruit te halen. Van tevoren moet in de malletjes de juiste maat lont worden ingehangen. De dikte van de lont varieert met de dikte van de kaars. Dit luistert erg nauw. 
Zuivere bijenwaskaarsen branden niet mooi. Ik gebruik 30% parafine en heb de ervaring dat met deze toevoeging de waskaarsen naar tevredenheid branden. Ondanks de toevoeging van de parafine mag je ze officieel als waskaarsen verkopen.