Reizen met bijen in de zomer is riskant voor de bijen en voor de imker. Riskant voor de bijen omdat de bijen in de gesloten kast bij te weinig ventilatie en te hoge temperatuur warm kunnen lopen. De bijen raken als het ware in paniek. De temperatuur in de kast kan oplopen tot boven de 40oC. Waarna de was smelt en er als het ware een meltdown van het volk plaatst vindt. De bijen sterven door te hoge temperatuur, zuurstofgebrek en smeltende bijenwas. Het zijn vaak de grootste en sterkste volken, waar dit tijdens transport mee kan gebeuren.
Oude traditie:
Het beste is daarom niet te reizen met de bijenvolken. Maar een eeuwenoude traditie van het reizen met de bijenvolken naar de hei brengt mij als romantisch imker ertoe toch jaarlijks volkjes neer te zetten op de Elspeterhei. Een pracht gebied met een uitgestrekte heide tussen Vierhouten en Elspeet.
Door schade wijs geworden reis ik nu met maximaal acht volkjes in mijn bus naar de hei. De dekplank wordt vervangen door een zogenaamd reisraam met een fijnmazig doek, waardoor de bijen voldoende ventilatie hebben. Ook reis ik ’s ochtends zo vroeg mogelijk als de temperatuur nog onder de 20oC is. Meestal gaan de bijen rond half augustus naar de hei.
Droogte:
Oude imkers op de Veluwe voorspellen een goede oogst aan heidehoning als het eind juli, begin augustus veel heeft geregend. Dit jaar was dat geenszins het geval. De vergunning verlener van de plaatselijke imkervereniging ontraadde me om dit jaar bijen op de hei te zetten. Volgens hem was het veel te droog. Bij het ophalen van de vergunning had ik de week daarvoor al de tien bijenvolken geplaatst. De kwaliteit van de hei viel mij op Starkenburg bij Elspeet niet tegen. In het voorjaar hadden ze daar in de omgeving door flinke buien nog wateroverlast gehad. Na twee weken heb ik gecontroleerd of er voldoende nectar binnen kwam. In twee van de tien volken zaten al verzegelde honingkamerramen met heidehoning. Voor de zekerheid had ik een aantal honingkamers met uitgeslingerde raten meegenomen en deze op acht volkjes gezet om uit te likken. Een week later bleek dat ze in deze honingkamers veel nectar van de heide hadden opgeslagen in plaats van schoonklikken. Met wat verhangen van raampjes de zaak weer op één broedbak en één honingkamer gezet.
In de honingkamers zit om en om een uitgebouwd raam afgewisseld met een raam die de bijen zelf nog moeten uitbouwen. De bedoeling is om zoveel mogelijk raathoning van de heide te oogsten. Twee jaar geleden heb ik van alles geprobeerd om de heidehoning te slingeren of te persen. Dit bleek onbegonnen werk. De heidehoning zit als een soort vaste stroop in de raten. Daarom snij ik de verzegelde ramen in kleine stukken om te kunnen verkopen als raathoning.
Risico voor de imker:
Het spannendste wat ik me kan herinneren was dat bij een scherpe bocht een kast open schoof door niet goed dichtbinden van de bijenkast. In de Volvo stationwagen zag het binnen de kortste keren zwart van de bijen. Gelukkig lag mijn bijenkap naast me op de passagiersstoel. Met bijenkap op en zoemende bijen om mij heen ben ik zo snel mogelijk naar huis gereden. ’s Avonds waren de meeste bijen weer naar binnen gekropen en heb ik de kast weer op elkaar gezet en dichtgemaakt.
Einde traditie:
De discussie over de concurrentie tussen solitaire bijen en honingbijen heeft ook voor het reizen naar de hei gevolgen. De gemeente Elspeet, staatbosbeheer en Natuurmonumenten heeft nu al een maximum van tien bijenvolken per imker ingesteld. Volgend jaar mogen alleen imkers van de plaatselijke bijenvereniging nog bijenvolkjes plaatsen. Hiermee lijkt een einde te komen aan een lange traditie van reizen met de bijen naar de hei.